SV | Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich [daarvoor], hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder. |
WLC | וְהָיָ֤ה לְאָדָם֙ לְבָעֵ֔ר וַיִּקַּ֤ח מֵהֶם֙ וַיָּ֔חָם אַף־יַשִּׂ֖יק וְאָ֣פָה לָ֑חֶם אַף־יִפְעַל־אֵל֙ וַיִּשְׁתָּ֔חוּ עָשָׂ֥הוּ פֶ֖סֶל וַיִּסְגָּד־לָֽמֹו׃ |
Trans. | wəhāyâ lə’āḏām ləḇā‘ēr wayyiqqaḥ mēhem wayyāḥām ’af-yaśśîq wə’āfâ lāḥem ’af-yifə‘al-’ēl wayyišətāḥû ‘āśâû fesel wayyisəgāḏ-lāmwō: |
Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich [daarvoor], hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich [daarvoor], hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!